‘We moeten als een OR een eenheid vormen…. allemaal hetzelfde standpunt weergeven!’ zegt een OR-lid. ‘Ja, maar als ik er nu anders over denk’ roept een ander lid. ‘In onze eigen OR-vergadering kunnen we ’t zo oneens zijn als we willen, in de OV als OR, spreken met één mond!’
Wat is wijsheid? Moet je als OR altijd spreken met één mond, of mag elk OR-lid naar voren brengen wat hij of zij wil?
Casus 1, spreken met één mond: Uit de Overlegvergadering geplukt 1.
De Overlegvergadering is bijna af. De directeur zegt: ‘Zeg, voor we afsluiten… ik wil jullie mening wel eens horen over het volgende. Ik heb de indruk dat de werkdruk, waar jullie een jaar terug opmerkingen over gemaakt hebben, de laatste tijd wat minder is. Hebben jullie dat idee ook. of vergis ik me?
De OR is zo’n vraag niet gewend. De leden voelen zich wat overvallen. Ze kijken een beetje schuins naar elkaar, aarzelen wat. Dan zegt de voorzitter: ‘We nemen Uw vraag mee. Volgende vergadering hoort U wat wij er van vinden.’
Casus 2 spreken met één mond: Uit de Overlegvergadering geplukt 2.
Aan de orde is een instemmingsaanvraag met betrekking tot een verandering van de ploegendiensten. In een voorgaand overleg is de kwestie al goed doorgesproken. Er is nog één punt wat het merendeel van de OR graag anders zou zien, namelijk de tijd die is uitgetrokken voor wisseling van de ploegen. De voorzitter brengt in dat de OR een wisseltijd van 10 minuten wil. De directie zegt: ‘Ik kan het me nauwelijks voorstellen dat dit echt een punt voor jullie is. Voor de ploeg op de melkontvangst hoeft dit vast en zeker niet.’ De aarzeling van een paar OR-leden is voelbaar… van hen hoeft ’t inderdaad niet… Van de weeromstuit begint ook de voorzitter wat te aarzelen… Waren ze er wel zo van overtuigd dat ’t nodig was? En tussen de OR-leden ontstaat een korte discussie over de noodzaak van de maatregel.
1.De discussie over ‘moet de OR altijd een eenheid zijn, of mogen er ook verschillende standpunten naar voren komen’ wordt vaak als een of-of discussie gevoerd. Zo zit het niet. Beide manieren zijn bruikbaar, als je ze maar op het goede moment toepast.
2.De algemene regel:
3.In de eerste situatie hierboven wordt een voorbeeld gegeven waarin iedereen gemakkelijk voor zich kan spreken. De directie wil even de mening van de OR aftasten, in wat informele sfeer. De OR reageert te formeel en mist zo een kans. Situaties waarin het goed werkt als ieder OR-lid zo duidelijk mogelijk z’n eigen opvattingen kan geven zijn bijvoorbeeld:
4.In het tweede voorbeeld doet de OR er goed aan om inderdaad met een duidelijk, eensgezind voorstel te komen, dus om te spreken met één mond. Als hier OR-leden geen eenheid vormen, kun je het wel schudden dat ’t de OR lukt om hun voorstel geaccepteerd te krijgen.
De nadelen van voortdurend spreken met één mond :
1.Altijd een sfeer dat iedereen kan zeggen wat hij wil niet –ook al staat dat lijnrecht tegenover andere opvattingen – heeft ook nadelen:
2.Spreek van te voren goed af wat jullie doen: geheel vrijuit spreken en vragen, of in alles de opvatting van de OR verwoorden, spreken met één mond, ondersteunen (kan ook heel goed zonder woorden).
3.Vooral voor nieuwe OR-leden kan het een hele steun zijn te weten waar ze aan toe zijn.
Kijk ook eens bij het overzicht van opleidingen voor de Ondernemingsraad
Basiscursus voor de nieuwe OR ondernemingsraad
Uitleg over de essentie van medezeggenschap
Wil je meer weten zoek dan contact met Hielke
Reacties worden op prijs gesteld!
Karel Doormanlaan 187
3572 NV Utrecht
© 2025 HBU Training en Advies
HBU Training & Advies